Religie en geloof in Cambodja
Binnen Cambodja tref je een mix van religies of geloofsovertuigingen aan. Cambodja maakte van oudsher deel uit van een handelsroute vanuit India en China. De grootste invloed hadden de religieuze ontwikkelingen die plaatshadden in India, Nepal en Sri Lanka op Cambodja. Aanvankelijk werd Cambodja beinvloed door het Hindoeïsme. Later is dit overgegaan in het Boeddhisme. Veel tempels rondom Angkor Wat laten dit nog duidelijk zien. Zowel figueren en taferelen uit het Hindoeïsme en het Boeddhisme zijn duidelijk te herkennen. Sommige tempels zijn Hindoeïstisch en andere weer Boeddhistisch om en nabij Angkor Wat. De oudste tempels zijn vaak Hindoeïstisch, de jongere Boeddhistisch.
Tegenwoordig is het Boeddhisme het hoofdgeloof in Cambodja maar ook de Islam en het Christendom nemen nog een kleine rol in. Veel afstammelingen van de Champas in zuidelijk Vietnam zijn Moslims. Door de komst van de Fransen tref je ook nog een aanzienlijk percentage (zo`n 10 procent) christenen aan in Cambodja.
Naast de reguliere geloven zijn er nog een klein aantal aanhangers van het Cao Dai geloof. De meeste bergvolkeren in het noorden en noord-oosten van Cambodja zijn animisten en geloven in voorouder-verering en geesten (spiritualiteit).
Katholieke kerk
Boeddhistische tempel
Boeddhisme
Het boeddhisme is in de 6e eeuw v.Chr. in India ontstaan. De grondlegger was Siddharta Gautama (560-480 v.Chr.). In Thailand houdt men onze jaartelling aan, maar ook de boeddhistische telling wordt wel gebruikt. Hoewel niet precies bekend is wanneer Boeddha werd geboren, houdt men als geboortejaar 543 voor Christus aan. Het jaar 2004 is 2546 in de boeddhistische jaartelling.
Kern van de leer van Boeddha zijn de vier edele waarheden:
Na de dood van Boeddha viel de religie uiteen in twee richtingen: het mahayana-boeddhisme en het hinayana-boeddhisme. Het mahayana-boeddhisme gaat uit van de universele verlossing van alle levende wezens en wordt daarom het ‘grote voertuig’ genoemd. Deze stroming kent ‘bodhisattwa’s’, stervelingen die de verlichting al hebben bereikt, maar op aarde blijven om de mensen de juiste weg te wijzen. Het mahayana-boeddhisme heeft zich onder andere verspreid over China, Nepal, Japan, Korea en Vietnam. Het hinayana- of theravada-boeddhisme staat ook bekend als ‘School van de Ouderen’ en komt vooral voor in Sri Lanka, Myanmar, Thailand, Cambodja, Indonesië, Maleisië en Zuid-India. Deze richting binnen het boeddhisme beperkt zich tot de individuele verlossing van de mens, zonder tussenkomst van anderen, en heet daarom het ‘kleine voertuig’. Wie zelfstandig de verlichting bereikt, wordt ‘arhat’. Deze status is echter alleen voorbehouden aan de monniken. Leken kunnen tijdens hun leven op aarde hoogstens iets toevoegen aan hun karma en herboren worden in een hogere positie. Men kan zijn karma verhogen door het doen van goede werken, zoals het geven van aalmoezen aan monniken en donaties aan tempels. Het onbaatzuchtig geven of ‘dana’ is dan ook de belangrijkste vorm van deugdzaamheid die leidt tot een goed karma.
Moskee
Animisten
Hindoeïsme
Het raamwerk voor het hindoeïsme zijn de vier veda’s, in het Sanskriet opgestelde religieuze teksten. Deze veda’s werden ca. 1000 v.Chr. geïntroduceerd. Het hindoeïsme is een zeer tolerante religie zonder dogma’s, heeft geen kerkelijke organisatie en kent ook geen stichter. Hindoes houden wel sterk vast aan bepaalde regels en gebruiken. Zo worden de rigide kastenregels nog vaak toegepast en zijn tempels alleen voor de eigen aanhangers toegankelijk.
De belangrijkste grondgedachte in het hindoeïsme is het geloof in ‘samsara’, de kringloop van geboorte, leven, sterven en wedergeboorte of reïncarnatie. De wet van ‘karma’ bepaalt dan hoe je in een volgend leven terugkeert. Als je je leven positief afgesloten hebt, kom je in een hogere sociale rang op aarde terug. Het einddoel (‘moksha’) is bevrijding uit de cyclus van wedergeboorten. Uiterlijk op zijn vijfde verjaardag wordt men in de geloofsgemeenschap opgenomen door middel van het scheren van het hoofdhaar of ‘churakarma’. Het leven wordt afgesloten met de crematie of ‘antyeshtikarma’.
Het hindoeïsme kent vele goden, maar het zijn allen manifestaties van de drie hoofdgoden, Brahma, Vishnoe en Shiva. Deze drie goden zijn weer terug te voeren tot één principe: Brahman, symbool voor de in balans zijnde kosmos, het Al. Brahma is de oergod en de schepper van het heelal en het wezen der dingen. Hij heeft vier armen en vier hoofden. Uit de vier monden zouden de vier veda’s voor het eerst gekomen zijn. De bekendste Brahmatempel staat in Pushkar. Vishnoe is de god die het leven beschermt en de kosmos in stand houdt. Hij heeft de aarde in verschillende, vaak dierlijke, gedaantes bezochten zijn symbolen zijn de schelp en de discus en zijn voertuig is de ‘garuda’, de mythische adelaar. Een populaire verschijningsvorm van Vishnoe is Krishna, een fluit spelende jongeling. Shiva is zowel schepper als vernietiger. Hij heeft vijf gezichten, vier armen en drie ogen en kent evenals Vishnoe verschillende verschijningsvormen. De levensgezellin van Shiva is Parvati, de godin van de levenskracht. De symbolen van Shiva zijn de drietand en de fallus of ‘lingam’, het symbool van vruchtbaarheid. De volgelingen van deze god zijn de heilige mannen of ‘sadhu’s’. Ganesh, de god van wijsheid en voorspoed, is de zoon van Shiva en Parvati. Ganesh heeft een olifantskop en het voertuig van hem is een muis. Op Sri Lanka wordt ook Skanda (ook wel Murugan, Kartikeia en Subramanya genoemd), de andere zoon van Shiva en Parvati, op grote schaal in vrijwel elke tempel vereerd. Skanda wordt voorgesteld met een pauw naast zich en met in de rechterhand de heilige lans of ‘vel’.
Het hindoeïsme heeft veel heilige boeken, die in twee groepen worden onderverdeeld. De eerste groep bestaat uit de ‘shruti’ of openbaringen, teksten van een bovenmenselijke, dus goddelijke oorsprong. Tot deze groep behoren de veda’s, hymnen, gezangen, spreuken en filosofische verhandelingen, die waarschijnlijk tussen 1500 v.Chr. en 1500 n.Chr. zijn geschreven. De tweede groep geschriften bestaan de ‘smriti’, door mensen geschreven. Tot de smriti behoren de bekende heldendichten Mahabarata en Ramayana, ontstaan tussen 1000 v.Chr. en het begin van onze jaartelling.